Quinoa, super food uit de Andes

Al meer 5000 jaar verbouwen de Inca's dit op gierst lijkende gewas in de bergen van de Andes. Het groeit tot op een hoogte van 4000 meter. Wat quinoa zo bijzonder maakt is de hoge voedingswaarde. Het is zeer eiwitrijk en bevat bijvoorbeeld tweemaal zoveel eiwitten als bruine rijst. De Inca's beschouwden dit graan dan ook als voedsel van de goden.

Ook de Spanjaarden waren destijds onder de inderuk van het inheemse voedsel. Zij zagen daarin de oorzaak van de grote weerbaarheid van de Inca's. De Spanjaarden spraken met ontzag over  'duivelsvoedsel' en verboden de verbouw van quinoa. Sindsdien is quinoa volksvoedsel af. Alleen hoog in het Andesgebergte wordt het nog verbouwd.

Ook in onze tijd is quinoa onder de Boliviaanse bevolking nauwelijks in trek. Tarwe is namelijk beduidend goedkoper omdat de Boliviaanse overheid de import van tarwe vanuit de VS en Europa subsidieert. Buitenlandse voedselhulp verstoort de lokale voedselproductie nog verder. Quinoa is voor de meerderheid van de bevolking, hoofdzakelijk Indianen, nu simpelweg te duur.

De quinoa die de Wereldwinkel verkoopt wordt verbouwd door kleine boeren uit Bolivia, die zich in landbouwcoöperaties hebben verenigd.